Middenbouw (unit 4 t/m 6)

In de middenbouw staat het leren met en van elkaar centraal. Leren gebeurt vooral door interactie en op een onderzoekende manier. Er wordt gewerkt met plezier en vanuit interesse, in een omgeving die uitdaagt. De leerling is eigenaar van zijn eigen leerproces. De leerkracht ziet de leerlingen als full-partner is het leerproces. Leerlingen mogen laten zien wat ze kunnen, maar wat ze kunnen moeten ze ook laten zien.

Ruimte tijd criteria

Het is niet nodig dat een leraar alles plant, instrueert en controleert. De leerkracht maakt ruimte voor de kwaliteiten en initiatieven van de kinderen op voorwaarde dat hij/zij vooraf duidelijkheid geeft over ruimte, tijd en criteria. Kinderen weten waar ze mogen werken, wanneer, hoe lang en wat de criteria (doelen, wat wordt er van leerlingen verwacht) zijn. Daarna gaan de kinderen aan het werk en is de leraar beschikbaar om te ondersteunen waar nodig. Soms past een groepsindeling naar niveau (instructiebehoefte), soms die naar interesse. Dit verschilt per vak. Doordat er gebruik wordt gemaakt van co-teaching, ontstaan er mogelijkheden voor variatie in de groepsindeling. Bij beslissingen over het vormen van de groepen hebben leerlingen ruimte voor eigen inbreng. De leerkracht is hierbij coach en kijkt steeds naar de leerling op cognitief en sociaal gebied. Door observeren en samen gesprekken te voeren ontwikkelt de leerling vaardigheden op het gebied van zelfsturing.

Kring

De kring gebeurt voornamelijk in de basisgroepen. Er zijn verschillende kringmomenten gedurende de dag. Hoe de kringen worden ingezet kan per unit verschillen. Voorbeeld van kringen die in unit 4 t/m 6 worden ingezet:

• De dagopening en dagafsluiting; een kringmoment waar we met de kinderen vooruitkijken en evalueren.
• Een binnen- en buitenkring; een kringmoment waarin kinderen tot gesprek komen over allerlei onderwerpen.
• Een thematische kring; een kring waar we met de kinderen onze vieringen vieren, waar we onze thema’s/projecten introduceren en afsluiten.
• De ‘sociale’ kring; een kring waar we lessen vanuit de kanjertraining doen, waar we situaties bespreken ten behoeve van de sociale emotionele ontwikkeling. 
• De ‘presentatie’kring; een kring waarin kinderen hun presentatie geven. Deze presentatie kan gaan over het project, een boek, een actualiteit of een onderwerp naar keuze

Ouder- en kind gesprekken

Twee keer per jaar vindt er een ouder- en kindgesprek plaats. Zowel ouders als kind worden uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Het ouder- en kindgesprek is een driehoeksgesprek waarbij leerkracht, ouder(s) en kind samen om tafel zitten.

Projectwerk

Er wordt gewerkt met thema’s. De thema’s zijn vaak in de hele unit hetzelfde. Een thema wordt gekozen passend bij het moment van het jaar, de belevingswereld van de kinderen en sluit aan bij ‘Zin in Lezen’. Met alle collega’s van de unit maken wij een plan die gaandeweg het thema aangepast kan worden naar de belevingswereld en input van de kinderen. Binnen het thema hebben leerlingen de keuze in welk onderwerp zij zich verder willen verdiepen. Het inzetten van ‘Zin in Lezen’ is vorig jaar gestart en is in ontwikkeling.

Portfolio’s

De doelen moeten zichtbaar zijn voor de kinderen en ze mogen de successen van het ‘kunnen’ ervaren. De competenties worden vormgegeven door middel van portfolio’s. Het bewijs van competent zijn. Iets waar een leerling trots op mag zijn. Kinderen gaan kritisch naar hun eigen werk en handelen kijken omdat ze zich bewust zijn van waar ze mee bezig zijn.